-
1 resign
v. ontslag nemen[ rizzajn]2 afstand doen van een ambt ⇒ aftreden, ontslag nemen, bedanken 〈 voor betrekking〉; opgeven 〈 schaakspel〉♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 berusten in ⇒ zich schikken in, zich neerleggen bij♦voorbeelden: -
2 démissionner
démissionner [deemiesjonnee]〈 werkwoord〉1 aftreden ⇒ zijn ontslag aanbieden, indienen, zijn ambt neerleggenv2) het opgeven -
3 abtreten
abtreten1 zich verwijderen, weg-, afgaan♦voorbeelden:die Soldaten traten ab • de soldaten rukten inII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden: -
4 aufgeben
aufgebenII 〈 overgankelijk werkwoord〉7 〈 sport en spel〉opslaan, serveren♦voorbeelden:ein Geschäft aufgeben • een zaak sluitendas Rauchen aufgeben • ophouden met roken -
5 resign one's post
-
6 sein Amt aufgeben
-
7 déposer
déposer [deepoozee]2 neerslaan ⇒ bezinksel vormen, bezinkenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 neerzetten ⇒ neer-, afleggen, afzetten2 in bewaring geven ⇒ in depot geven, afgeven4 doen neerslaan ⇒ doen bezinken, afzetten♦voorbeelden:déposer ses hommages aux pieds de qn. • iemand zijn eerbied betuigendéposer le masque • het masker afwerpendéfense de déposer des ordures • verboden vuil te stortenmarque déposée • gedeponeerd handelsmerk→ bilan1. v1) getuigen3) neerleggen5) afzetten, uit zijn ambt ontzetten6) afnemen [gordijn, schilderij]7) aanhangig maken [politiek]2. se déposer (sur)vbezinken, neerslaan -
8 abandonner
abandonner [aabãdonnee]1 verlaten ⇒ in de steek laten, achterlaten2 opgeven ⇒ afzien van, prijsgeven♦voorbeelden:abandonner qn. à son sort • iemand aan zijn lot overlatenabandonner la partie • (de strijd) opgevenfaire abandonner un projet à qn. • iemand van een plan afbrengen♦voorbeelden:1. v1) achterlaten, verlaten2) opgeven2. s'abandonnerv -
9 Aufgabe
Aufgabe〈v.〉5 het opgeven, beëindiging, stopzetting♦voorbeelden:1 die Aufgabe eines Telegramms • de afgifte, het opgeven van een telegram2 eine Aufgabe bewältigen, übernehmen • tegen een taak opgewassen zijn, een taak op zich nemendie Aufgabe des Geschäfts • de opheffing van de zaak
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский